Selecteer een pagina
Afbeelding van Teodor Muntean via Pixabay

“Wat wonen jullie mooi.” Die openingszin verraste me. We horen ‘m wel vaker, maar dan van mensen op de deurmat. Want ja, we wonen mooi. Maar uit de mond van een beller is het een opmerkelijke binnenkomer. Onwillekeurig keek ik naar buiten: waar stáát die man?

Thuisbaas belde vanmorgen, van Urgenda. Op mijn verzoek. Want ‘milieumissionaris met een slecht geïsoleerd huis’ straalt als omschrijving in een LinkedIn-profiel misschien wel de geruststellende relativering uit die ik die bijzin probeerde mee te geven, maar slecht geïsoleerde huizen zouden vanuit klimaatoogpunt natuurlijk rap uit het straatbeeld moeten verdwijnen. Dus had ik Thuisbaas gevraagd: is dat überhaupt wel te doen, met een hoekwoning uit 1932? Nou ja, vast wel, maar wat kost dat dan en hoe ingrijpend is het?

Stiekeme gedachte

In een hoekje van mijn hoofd had zich achter die vraag een wat valse gedachte verscholen: ‘Het is vast niet te doen en onbetaalbaar. Nou ja, dan gaat het over hè?’ Lekker makkelijk.

Door het schrijven over het verduurzamen van woningen, en door mijn werk als klimaatcoach bij KlimaatGesprekken, is er de afgelopen jaren al best wat kennis van zaken komen binnendruppelen. Vaak tegenstrijdige kennis, overigens, en daarmee inzetbaar voor elk argument op het spectrum tussen ‘We gaan van het gas af’ en ‘Na ons de zondvloed’.

Ook had ik al eens een onderzoekje laten doen door Nederland Isoleert. Dat leidde tot de teleurstellende conclusie dat onze spouw te nauw is voor isolatie. (Daarover schreef ik toen dit blog.) En een kruipruimte hebben we ook al niet, want we ‘staan op staal’. Wat zoveel betekent als dat dit huis rechtstreeks op zandgrond is gebouwd.

Theemutsmodel

Dus zeg het maar, meneer Thuisbaas, dat gaat kapitalen kosten zeker? Beter op termijn verhuizen naar een Duurzame Woning?

Maar behalve door zijn openingszin (natuurlijk gebaseerd op allerlei Big Brother programma’s in het wereldwijde web), verraste meneer Thuisbaas me ook door zijn pragmatische insteek. “Wij zijn niet van het theemutsmodel”, legde hij uit. “Vaak denken mensen dat je eerst tot de tanden geïsoleerd moet zijn voordat je kunt overstappen op lagetemperatuurverwarming met zonnepanelen en een warmtepomp, maar dat is niet zo. Alleen dat…, ja wat zie ik daar…een soort zijhuisje? Daar onder dat extra schuine dak op de hoek van uw huis? Daar verwacht ik wel dat er iets extra’s moet gebeuren.”

Gevreesde woorden

En ja, daar vielen de gevreesde woorden ‘voorzetwanden’ en ‘vloerisolatie en –verwarming’. “Jullie hebben waarschijnlijk een klassieke visgraat op de vloer, dus ja, dat is dan wel even een afweging. Maar over de nieuwe vloer kan ook weer een visgraat”, sprak Thuisbaas. En weer wiep ik een blik in de voortuin: staat hij écht niet door het raam naar binnen te kijken?

Lang verhaal kort: van het gas af gaat ons zeker een halve ton kosten. Maar ja, zonder verdere maatregelen en exclusief de te verwachten prijsstijging van gas, betalen we de komende vijftien jaar alles bij elkaar zo’n 40.000 euro aan gas en elektriciteit. Dat relativeert.

Prioriteiten

“Het is vooral de vraag wat je belangrijk vindt”, vatte de Thuisbaasman samen. “Gasloos wordt de toekomst. Wil je daarop voorsorteren of niet? Gaat het je om je milieu-impact? Om je energierekening? Zie je het als noodzakelijk onderhoud aan je woning? En zo ja, wil je dan per se in vijftien jaar je investering eruit hebben?”

Dat laatste kon hij niet beloven, maar dat de waarde van een huis stijgt met een gunstig energielabel, dat stond vast. Dacht hij. Want ook daar viel wat te relativeren: “Met zo’n huis heb je kans dat kopers denken: ‘Kan mij dat energielabel schelen. Ik wil daar wonen.’” Dat valt inderdaad te verwachten. Maar dat maakt de keuze er niet eenvoudiger op.

Eerst maar eens dat radiatorfolie plakken dat al de hele winter in de schuur ligt.