Het vliegtuig is de nieuwe Heilige Koe. Nu zelfs Mark Rutte de noodzaak inziet van (heel hard) elektrisch rijden, de VVD blijft tenslotte de vrrroempartij, kunnen we vaststellen dat de milieubakens verzet worden. Een beetje. Voorzichtig. Heel langzaam. Dus gaat des te meer opvallen dat vliegen nog steeds een mega blinde vlek is. In het landsbeleid; in het beleid sowieso wereldwijd; zelfs in mijn familie- en vriendenkring.
Eergisteren publiceerde Jelmer Mommers een verhelderend en, zoals we dat van hem gewend zijn, goed doortimmerd stuk over waarom we allemaal per direct het ambitieniveau van onze bucketlist moeten bijstellen. Sinds ik de lezingencyclus Psychologie voor Duurzaamheid van de Impact Academy volgde, weet ik dat feiten alleen niet overtuigen. Zeker niet wanneer deze feiten indruisen tegen onze kijk op de wereld en/of onze belangen. Maar toch. Het is belangrijk. Lees het stuk. Dit is de link.
(Korte leespauze)
En nu we dit allemaal weten, realiseren we ons dat wij Europeanen ons geluk, ook in de vakantie, best binnen de Europese grenzen kunnen vinden. Dat we niet per se de ene zomer naar Zuid-Afrika hoeven te vliegen met de kids, daarna naar De Verenigde Staten en vervolgens naar Canada. Zoals mijn verder bijzonder lieve en mij zeer dierbare zus dat doet.
We hoeven ook niet massaal met de bus naar Centre Parcs. Maar waarom zo Vaak en zo Ver? Domme vraag: omdat het leuk, mooi, interessant en spannend is, natuurlijk. En enorm character building ook, als je sommige voorvechters van een betere wereld mag geloven. (Hier had ik graag een linkje ingevoegd, maar ik ben even kwijt welke collega-moraalridder dit ook alweer als plausibele reden aandroeg voor zijn gewoonte om jaarlijks minstens één verre reis te maken.)
Krijgen we dat weer!
Jammer dat al die prachtreizen een enorm en snelgroeiend effect hebben op die zelfde wereld die we zo liefhebben dat we haar van alle kanten willen aanraken en fotograferen. Die gedachte wil er alleen niet in, bij de meeste mensen. ‘Krijgen we dat weer!’ smaalde mijn eigen vader toen ik in een gesprek voorzichtig opmerkte dat vliegen niet erg best is voor ons milieu. En voor onze longen trouwens ook niet, zoals we pas in De Monitor konden zien, het nieuwe programma van de onvolprezen Teun van de Keuken. Maar ja, mijn vader heb ik, met alle respect, op dit thema al definitief opgegeven.
Old school de straat op
Gelukkig is daar nog de milieubeweging. Verguisde doorzetters die verder kijken dan hun eigen belang en nu hun handen ineenslaan om gezamenlijk te protesteren tegen de ongebreidelde groei en voortrekkerij van de luchtvaartindustrie. Op 23 juni gaan in verschillende steden mensen de straat op om aandacht te vragen voor dit probleem: http://stopluchtvaartgroei.nl/ . En dan niet op een kliktivistische manier, maar lekker old school met spandoeken en strijdkreten.
Ik ook, dacht ik. Met drie vriendinnen. Dacht ik. Maar nee. Een voor een bedankten ze vriendelijk voor de uitnodiging om zich samen met mij aan te sluiten bij dit broodnodige straatprotest. ‘Heb ik net zus 1 afgeschud over het plastic, zus 2 vanwege de CO2, Kom jij… En dat allemaal on top of een hard core refo opvoeding’, antwoordde er een. ‘Ik kan niet, ik vlieg die dag naar Zanzibar’, antwoordde de ander. Maar dat was gelukkig een grapje. ‘Strijder!’, complimenteerde nummer drie, die afhaakte wegens dringender bezigheden.
Wankele strijder
Maar deze strijder wankelt. Niet in overtuiging, wel in daadkracht. Want om nou in m’n eentje mee te gaan lopen met al die geitenwollen sokken… Dan ga ik die middag liever haringhappen bij de Haarlemse honkbalclub, op uitnodiging van weer een andere vriendin. Eentje die waarschijnlijk op haar verjaardag een goudomrande felicitatiekaart krijgt van de KLM, als gewaardeerde en hopelijk nog lang levende ultrafrequent flyer. Maar als ik, met mijn grote groene mond, zelfs niet te mobiliseren ben, wie dan wel? De echte helden, hoop ik. Zet ‘m op, wil ik hen ferm vanachter mijn beeldscherm toeroepen. Go get them!
O, en trouwens: deze zomer vlieg ik met man en kinderen naar Sardinië. Met trein en boot ben je 37 uur en 25 minuten onderweg en bovendien is het niet te betalen.