Selecteer een pagina

Wie de roman Barkskins van Annie Proulx naast de milieubestseller Drawdown van Paul Hawken legt, begrijpt des te beter waarom herbebossing zo belangrijk is. Wat waren we dom, vroeger! En vaak nog steeds, trouwens.

Afgelopen zomer ging Annie met ons mee op vakantie. Annie, zo ging de dikke pil van 713 bladzijden heten, naarmate ik het boek langer rondsjouwde. ‘Zit Annie al in de strandtas?’ Annie aan zee, Annie bij een wijntje, Annie in bed. Want het duurt wel even voor je het monumentale Barkskins uit hebt. Bij deze diep respect voor de vertaler, Regina Willemse, die er Schorshuiden van maakte.

Drawdown

Een paar bladzijden van de Nederlandse vertaling, uit nieuwsgierigheid uit de bibliotheek gehaald, heb ik naast de Engelse tekst gelegd. Puik werk! Sinds kort kijk ik daar met andere ogen naar, want op dit moment heb ik zelf een vertaling onder handen. Ik ben geen vertaler, maar heb wel wat met de Engelse taal (studeerde zelfs een jaar Engelse taal- en letterkunde) en zéker iets met het milieu. En dus vertaal ik nu, samen met drie anderen, het milieuboek Drawdown van Paul Hawken. Het boek is een groot succes in Amerika, met social movement en al. Officieel mag nog niet naar buiten dat er een Nederlandse vertaling in de maak is, maar 9 november, op het Nationaal Sustainability Congres, moet het er liggen. In mijn eigen rustige hoekje van het internet mag ik dat vast wel even zachtjes voor me uit fluisteren.

Drawdown, althans het hoofdstuk over landgebruik dat ik heb vertaald, is ongeveer het vervolg op Barkskins. Of beter gezegd: het gevolg van. Annie omspant ruim drie eeuwen met haar verhaal. Twee jonge Fransen, Charles Duquet en René Sel,  zoeken hun geluk in Amerika en vinden die, kort door de bocht, in het (laten) omhakken van heel veel bomen. We volgen de heren en hun nazaten van 1693 tot 2013. In die tijd zien we Noord-Amerika en Canada eerst langzaam verkend en gekoloniseerd worden. De indringers uit Europa zijn aanvankelijk onder de indruk van de oneindige wouden, die zeker eeuwig zullen blijven bestaan. Maar geleidelijk groeit de hoogmoed en de hebberigheid van de ‘nieuwe Amerikanen’, worden de ‘wilden’ met hun primitieve gewoontes steeds meer in een hoek gedreven en krijgen de schorshuiden voor elkaar wat ze zelf nooit voor mogelijk hadden gehouden: het bos, die uitgestrekte, imponerende wildernis van kust tot kust, raakt op.

Herbebossing

Dieter Breitsprecher, de man van de achter-achterkleindochter van Charles Duquet, is de eerste die op het idiote plan komt om zo hier en daar ook eens wat bomen te planten op de immense stukken grond die steeds vakkundiger kaal worden gekapt. Hij is ook de eerste die gefrustreerd raakt over de politieke spelletjes waardoor steeds maar weer voorrang wordt gegeven aan de houtkap, en natuurlijk vooral aan het geld dat daarmee met bakken binnenkomt. Een gestaag groeiende groep ziet dan inmiddels dat de bossen minder onuitputtelijk zijn dan aanvankelijk gedacht. Dieter denkt nog dat ‘ordelijk beheerde’ bossen van de tweede generatie een verbetering zijn ten aanzien van de wildernis die ervoor moet wijken. Bij zijn zoon groeit het besef dat bos meer is dan bomen. Dat het om de samenhang gaat tussen flora en fauna en dat een keurig rijtje bomen voor de kap iets heel anders is dan een levend ecosysteem.

Akira Miyakawi

Precies dat inzicht krijgt nu, in het echte leven, meer vaste voet aan de grond, schrijft Paul Hawken. Hij noemt herbebossing een krachtig middel om broeikasgassen niet alleen vast te houden, maar ook weer uit de atmosfeer te halen, zodat dat vermaledijde CO2 -gehalte omlaag gaat: drawdown noemt hij dat. Houtplantages helpen, maar aan herbebossing á la Akira Miyawaki (een Japanse botanist) heb je veel meer. Kort gezegd gaat het daarbij om de aanleg van hele nieuwe bosecosystemen. In twee, drie decennia is zo’n nieuw bos, dat tenminste echt op een bos lijkt, volwassen.

In Drawdown worden 100 opties doorgerekend die de opwarming van de aarde zouden kunnen keren. Of de berekeningen (heel toepasselijk) hout snijden, kan ik niet beoordelen, maar hoopgevend is het wel. Van de term ‘herbebossing’ (op nummer 15 van Hawkens top 100)  kreeg ik altijd al zin om een schep te pakken, maar sinds ik door de ogen van Annie een heel continent heb zien ontbossen en leegtrekken, is dit helemáál mijn favoriet. Ik zeg: aan de slag. Aan Miyakawi zal het niet liggen: hij is inmiddels al betrokken geweest bij de aanplant van meer dan 40 miljoen bomen over de hele wereld, weet Hawken te melden. Volgens Annie zijn het in veel landen vooral de oorspronkelijke bewoners, die moesten wijken voor het westerse natuurgeweld dat de afgelopen eeuwen de wereld teisterde, die nu opstaan om de schade aan hun eigen land te herstellen. Daar word ik dan wel een beetje stil van.